Laadplanning EV-trucks vraagt om nieuwe softwaretools
In dit artikel:
Op de vakbeurs ICT & Logistiek stond één thema centraal: elektrificatie van vrachtvervoer creëert nieuwe en complexe planningsvragen. TNO-onderzoeker Alenka Beckers lichtte bevindingen toe uit het ZEBRH-project, waarin zes vervoerders twaalf elektrische vrachtwagens hebben getest. Analyse van laadsessies laat zien dat veel voertuigen meestal maar circa de helft van hun batterijcapaciteit gebruiken, wat wijst op oversized batterijen of potentieel onbenutte inzet. Tegelijkertijd traden er ook momenten op waarop batterijen uitgeput raakten en onderweg moest worden bijgeladen—een situatie die vervoerders willen vermijden. Conclusie: laden moet slimmer en voorspelbaarder gepland worden.
Als antwoord ontwikkelde TNO een conceptsoftware, de Charge Planning Tool. De tool is nog niet marktconform, maar wordt praktisch getest en kan onder meer verschillende batterijmodellen en degradatie meenemen. Waar een laadplanning bij drie trucks en drie laadpalen nog relatief eenvoudig is, ontstaan er enorme rekensommen bij opschaling naar bijvoorbeeld 100 trucks en 25 laadpalen. Daarbij speelt niet alleen de beperkte actieradius een rol, maar ook netcongestie (waardoor niet altijd maximaal vermogen beschikbaar is), schommelende opbrengst van zonne-energie en variabele energieprijzen. TNO benadrukt vooral het belang van flexibiliteit: als ritplanningen veranderen tijdens de dag, moet ook de laadplanning dynamisch kunnen bijsturen, zodat voertuigen niet stil komen te staan.
TNO werkt daarnaast aan integratie tussen rit- en laadplanning. In plaats van twee losse stappen wil men systemen hebben die herhaaldelijk met elkaar communiceren, zodat bijvoorbeeld laadmomenten en beschikbaarheid van laadpalen meegewogen worden in ritvolgordes. Ook ontwikkelt TNO digital twins: per voertuig een continu getraind digitaal model dat onzekerheden zoals weersinvloeden, verkeersomstandigheden en batterijdegradatie meeneemt. Dat verbetert voorspellingen van actieradius en aankomsttijden.
Een ander knelpunt is toegang tot real-time voertuigdata. Fabrikanten houden veel sensordata nog gesloten, tot frustratie van telematicapartijen zoals Platform Science (Chris Boogaard). Volgens hen behoren die gegevens tot de vervoerders en zijn open datastandaarden essentieel voor slimme apps en dienstontwikkeling. Boogaard verwijst naar het Amerikaanse Virtual Vehicle-model, waar truckdata gedeeld worden en derden applicaties kunnen bouwen.
Praktische toepassingen bestaan al: Simacan heeft een control tower die grote winkelketens (Albert Heijn, Jumbo, Kruidvat) gebruiken om transport te coördineren. Die systemen worden gekoppeld aan laadpleinexploitanten zodat vooraf laadpalen gereserveerd kunnen worden en accucapaciteit per paal bekend is. Daarmee kun je voorkomen dat een truck onnodig volledig oplaadt als 25% al genoeg is voor de rest van de dag, en je kunt stroom vrijmaken voor andere voertuigen. Zulke koppelingen vereisen dat exploitanten en vervoerders data delen en nauw samenwerken.
TNO gebruikt de planningstool ook voor scenarioanalyses (wat als een hele vloot elektrisch wordt?) en voor projecten met wisselbatterijen bij emissieloos bouwverkeer, waar timing van volle batterijen cruciaal is omdat wissels vaak met een hijskraan gebeuren.
Samenvattend: technisch gereedschap zoals planningssoftware en digital twins bestaat of is in ontwikkeling, maar de transitie vraagt vooral organisatorische en datadeling-solutions—tussen vervoerders, fabrikanten, laadpleinexploitanten en platformaanbieders—om elektrische vloten efficiënt, betrouwbaar en kosteneffectief te laten draaien. Dat is een lastige maar belangrijke opgave voor Nederland.